Chemische hechting gebeurt via moleculair contact aan het oppervlak van de ondergrond. Dit is het sterkste mechanisme van hechting met verbindingen tussen de werkzame bestanddelen in de lijm en de atomen/moleculen aan het oppervlak van de ondergrond. Dit mechanisme draagt bij aan de structurele sterkte van veel lijmen, zoals epoxylijmen voor het verbinden van aluminium .
Mechanische koppeling treedt op als de lijm in de oppervlakteporiën van de ondergrond vloeit. Deze koppeling vormt een fysieke belemmering tegen scheurverspreiding in de verbinding. Hierdoor wordt ook het oppervlak vergroot, waardoor het totale contactvlak tussen lijm en ondergrond groeit. Vloeibare lijmen vloeien gemakkelijk na het aanbrengen voordat ze drogen of uitharden. Tapes blijven lange tijd langzaam vloeien, waardoor ze sterker worden.
Diffusie treedt op als de lijmpolymeer in de polymere ondergrond kan doordringen en zich met de ondergrond kan verstrikken. Er ontstaat dan een hechting met verstrikte polymeerketens, die lijm en ondergrond verbinden. Dit mechanisme is gebruikelijk bij verbindingen tussen moeilijk hechtende materialen met een lage oppervlakte-energie, zoals polypropyleen.
Elektrostatische hechting treedt op als het geladen oppervlak van de lijm naar de tegengesteld geladen ondergrond wordt getrokken. Dit komt het meest voor bij tapes. We zien dit vaak als u probeert plakband op een doos of pakje te kleven.